De lijven kronkelen in Geert Briers’ poëzie, ze zweten, blozen, lonken. Ver staan ze van de gebeeldhouwde idealen, geen Apollo’s in zijn werk.
Lees meer...
Kunst en populaire muziek bieden inspiratie voor een universum waarin je de intimiteit proeft, ruikt, voelt, hoort, ziet.
Lees meer...
Voor wie de liefde gaat over de liefde, hoe kan het ook anders, in al haar aspecten: verlangen, tederheid, passie, onvermogen, hoop, sensualiteit, kwetsbaarheid, erotiek. Briers schrijft met veel humor, beeldrijk en zintuiglijk.
Lees meer...
VOOR WIE DE LIEFDE
Januari 2018 - co-editie Uitgeverij Vrijdag en Blloan (Ballon Media).
Elk van de tien liefdesgedichten wordt ook getekend door een graphic novelist met de opdracht om het gedicht te interpreteren zonder gebruik van tekst in de tekeningen. Zo ontstaat er een flow in het bundel waarbij het gedicht gescheiden van de getekende interpretatie te lezen is.
kleed je nog eenmaal uit
met de traagheid van een verre reis
met de elegantie van een rijk verleden
leg je nog eenmaal op mij
met de warmte van een glimlach
met de zachtheid van vergeving
draai me nog eenmaal om
met de achteloosheid van een wegwerpgebaar
met de onafwendbaarheid van sirenenzang
hang nog eenmaal ondersteboven aan een boom
je benen winkelhaak om een tak
je kleed omlaag over je gelaat en lager
zo toon je grootser en meer mysterieus
in je gulle gouden naaktheid
in wat zal tintelen in mijn herinneringen
dans nog eenmaal voor mij
met je armen gespreid
op de tippen van je blote tenen
in je jas van vrouwenhuid
op de tonen van het licht
in je ogen
en dan
dan zal ik
nog eenmaal
ZULLEN WE OOIT VULKANEN ZIJN
Maart 2016 – uitgeverij Vrijdag.
Gedichten mogen opnieuw verhalen. Kunst en populaire muziek bieden inspiratie voor een universum waarin je de intimiteit proeft, ruikt, voelt, hoort en ziet. Het coverbeeld van Carll Cneut verbeeldt gloeiend wonderlijk deze intensiteit.
De deugddoende melancholie, die als een velours deken over vele verzen ligt, krijgt hier en daar een verrassend knetterende electroshock. Dit bundel reikt de hand naar een breed publiek zonder afbreuk te doen aan gelaagdheid of meerstemmigheid.
björk op hoorafstand
opgewekte zinnen
dansend in het navellicht
van wiegende heupen
ik ben niet van deze tijd
cherubijnen hangen aan het plafond
lichamen kringelen in het rond
het canvas van ons genot
werd voorbereid
op oude wijze
vrouwen werpen dolken
wijdbeens vanuit de heup
links en rechts van besnorde mannen
in horizontaal gestreepte badpakken
vastgebonden klevend op ronde draaischijven
tussen de kantelen van kastelen door
tonen zich in de verte paradeoorlogspaarden
weldra beuken ze de poorten open
hun brullendvuile heren
grijpend naar onze kelken
grijpend naar onze cherubijnen
zich vergrijpend aan onze vrouwen
oorlog! aan onze badpakmannen
kijk ginds
daar zweef ik
in korte beweginkjes voorbij
een harp
een wolk
een lint
slagroom
cherchez la vache!
- monty python tussenstukje
gewelddadig gelukkig
na de verovering
het verdere woehaa van de gore gruwel
wat van deze tijd is
gelijkgemaakt
gelijk hebben
altijd op paradeoorlogspaarden
allahoe akbar kruisvaarders aan de klaagmuur van olijven
je kuste me
je kuste me
ik proefde je lippen
ze kleefden van goestinghoning
zot van opwinding
onze monden verrukt
zo kuste je me
de paarden joegen de wind vooruit
wat een vaart
wat een vaart
wat een verrukking
zo kuste je me
de wind om onze lippen
te zeer jagend op elkaar
geen aandacht voor de parade
wat een vaart
wat een vergissing
zo kuste je me
de poorten beukten open
gehinnik als de nieuwe waarheid
chaos als een topping over onze schoonheid
overnadrukkelijk gesuikerd
cherubijnen die het plafond afvallen
waar waren we met onze lippen
waar zijn onze vrouwen
waar zijn onze kinderen
was
verzachtend
niet de omstandigheden
maar de kleding
nu in voordeelverpakking
- reclame tussenstukje
waar zijn onze vrouwen
waar zijn onze kinderen
ongelijk is bijvoorbeeld
levendig levende mannen die dode
witste witte lakens die levensloze
ik ben niet van deze tijd
michelangelo tekent nu langharige mannen in een cirkel
jules verne reist zo dadelijk de wereld rond in tachtig dagen
marie curie wordt morgen gelauwerd met twee nobelprijzen
frida kahlo opereert zich nog steeds naar snorrende schilderijen
op de vleugels van welke wind
welke vluchtige waarheid
welke wederkerigheid
welke bloemen
verwelken
welke
jij
jij die ik zag
temidden van slagen en verwondingen
feestvarken van de parade
geslacht
maar welk
we heersen ons
de dood in
altijd
de Slag van Opnieuwelingen
deus
does not exist
and if he does
deus deus
björk – violently happy, 1993
the sugarcubes – deus, 1988
ROTS ME IN AL JE BRANDINGEN
September 2013 – Uitgeverij P.
De lijven kronkelen in dit bundel, ze zweten, blozen, lonken. Ver staan ze van de gebeeldhouwde idealen, geen Apollo’s als helden. Ze hebben pijn en delen het uit, ze snijden fruit. Bijna (maar net niet) ontdaan van geest laat deze lichamelijke poëzie zijn emoties rechtstreeks vanuit het vlees opgroeien. Sensueel, doordrongen van een extatische levenslust.
De tongen staan niet stil, de pen kribbelt, prikt en krast tot het iedere centimeter vel heeft gedicht. Toch blijven de teksten wars van sentimentaliteit of zinloze erotiek. Schrijvend op het ritme van een bodemloos bekken zijn de gedichten een prikkelende benadering van het ondermaanse, een verademing voor wie wel van lijfelijkheid maar niet van hersenloosheid houdt.
terwijl ik naar je kijk
zo tastbaar dichtbij
zo smakelijk
ik proef nog
hoe je zo juist proefde
terwijl ik naar je kijk
zo intens lekker
zo dier
ik tril nog
van me zojuist te geven
terwijl ik naar je kijk
zo
zo
zo
hoe jij naar mij kijkt
dat we dat durven
zo kijken
zo begeren
zo bezwijken
zo bezweren
dat we dat durven
een croissant
een café crème
brel
pour atteindre l’inaccessible étoile
ton corps
et moi
chance elysée
verdwijnen
als sokken beslissen om te verdwijnen
vind je ze nooit meer terug
niet in de wasmachine
niet in de wasmand
niet per toeval
de daadkracht van sokken wordt onderschat
ze houden je geur vast
ze knellen op eigen verzoek
ze maken gaten waarvan de randen in je tenen snijden
ze laten zich afzakken
ze verfrommelen onder je voetzool
ze verkleuren
ze durven van lengte verschillen
ze aanvaarden hun plaats onderaan de lichaamsladder
had ik maar
de daadkracht
van een sok
kon ik maar
niet bij je willen zijn
me daaraan houden
verdwijnen
maar ik blijf
je geur vasthouden
met jou van lengte verschillen
de ladder afdalen
tot onderaan je lichaam
er verkleuren
me snijden aan je scherpe randen